Bent u op zoek naar een naam voor Uw toekomstige Tatra?
Hieronder een overzicht van namen die ik in de loop van de tijd verzameld heb. Alleen de namen die Goraals, Pools, Slavisch of Oost-Europees van oorsprong zijn, staan hier genoemd of de namen die behoorlijk Pools klinken. Ik persoonlijk vind nog steeds dat zo’n naam het beste bij ons mooie Poolse ras past. Tevens staan er woorden tussen die letterlijk vertaald zijn vanuit een Goraals of Pools woordenboek. De vertaling staat er tussen haakjes achter. Als u het = teken erbij ziet staan, dan betreft het een bestaand iets, zoals een plaatsnaam, berg of rivier bijvoorbeeld, allen hebben te maken met het Tatragebergte, de Podhale of traditionele Goraalse gebruiken. De Poolse taal kent mannelijke en vrouwelijke woorden, vandaar de keuze voor reuen- of tevennaam.
Het Poolse alfabet kent ook de letters ć ę ł ń ó ś ź. Omdat de Raad van Beheer deze letters niet opneemt op de stambomen, heb ik ze neergezet als een c e l n o s z. De letters q v x bestaan officieel niet in hun alfabet. Overigens vinden de Polen het over het algemeen maar vreemd dat wij onze honden mensennamen geven.
Mist u een naam in het rijtje die er zeker bij hoort? Laat het even weten zodat die ook vermeld kan worden. Weet u een betekenis van een naam, dan zou ik die er ook graag bij vermelden. Uw opmerkingen en suggesties kunt u mailen naar wilma@tatrahond.nl of u kunt een berichtje achterlaten aan de onderzijde van deze pagina.
Onderstaande lijst is verder o.v.b. van schrijffouten.
Reuen | Teven | |
Aaron Abel Abiks Achilles Adar Adiutant (adjudant) Admiral (admiraal) Adok Adolf Ador Adwokat (advocaat) Afisz (affiche) Agat Akim Akito Aktor (acteur) Albin Aleksander Aleksy Alexej Allegro Alwin Amant (lover, minnaar) Amor (Cupido) Anatolij Ancimon Andor Andrej Andrzej Aniol (engel) Aniolek Anjo Ankus Antalek Antek Antolek Antos Apis Apollo Apoloniusz Aran Arek (ark) Ares Argo Argus Aris Arkusz (vel van een blad, papier) Armandek (soldaat) Aron Artan Artos Artur Artus Artysta (kunstenaar) Astor Atak (aanval) Athos Atom Atos Augustyn Aurek Aureli Azar Azor |
A | Ada Adana Adeladja Adula Afrodyta Aga Agasha Agawa Agnieszka Aida Aika Aischa Akascha Akra Aktorka (actrice) Alaska Albinka Aldona Alenka Alfa Alga Alida Alisa Alja Alka Alonka Alpina Aluzja Alyaszka Amanda Ambra Anastazja Anda Andaluzja Andrejana Andruscha Ängel Angelina Ania Aniela Aniolka (engel) Anjuschka Anjuta Anka Aninka Anoushka Antonina Anuszka Anuta Anyzowka Aprikose Ara Arda Arduna Arielka Arika Arisa Arka (ark) Aronia Artystka (artieste) Asena Asha Asja Asna Astra Atena Atma Ayla Aza Azalia Azja (Azië) |
Babiorz Baca (= Goraals voor baas van de kudde) Bacek Baciar (= Goraals voor lanterfanter, rakker) Baciu Bacocek Bacus (Goraalse naam) Babacz (onderzoeker) Bajtlik (= Goraals voor een zak) Bajorcz (Goraalse naam) Bacowskie (= brede Goraalse riem) Balduc Balthazar Balusz Balwan (sneeuwpop) Balwin Bandyta (bandiet) Banzai Baran (ram, mannetjesschaap) Bardzo (zeer, van zeer goed bijv.) Barek Bari Barnej Baron (baron) Bartek Bartus Basior Bausy (= Goraals voor bakkebaarden) Bazyli Benio Beskid (= naam van een gebergte) Beztroski (zorgeloos) Bialas (witte) Bialko (oogwit) Bialy (wit) Bielas Biedny (arme) Bielik Bielun Bilik Bjucko Blazek Blawatek (korenbloem) Bobas Bobek Bodry (voorzitter) Bogacz (rijkaard) Bogaty (rijke) Bogdan Bogumil Boguslaw Bogusz Bohater (held) Bohuslaw Bojar Bojtek (jongen) Bolek Boleslaw Bór (naam van een plaats) Borek Boris Borus Borys (vreemdeling) Boryslaw Boski (goddelijk) Bozek (afgod) Bozydar (geschenk van God) Branko Brany (brany) Brasznik Brat (broer) Bratanek (neef) Bronic (verdedigen) Brudas (viezerik, smeerlap) Brusek (= Goraals voor een kring kaas of stenen) Brytan (kettinghond, dog) Bucko (= Goraals voor opschepper) Budasz Budorz (= Goraals voor timmerman, houthakker) Budrys Bujac (schommelen, zweven) Bujak (schommelstoel) Bujok (= Goraals voor vulgair) Bundz (= Goraalse verse kaas van de eerste melk) Butny (hoogmoedig, trots) Bundas (Goraalse naam) Burek Burmistrz (burgemeester) Bystry (= naam van een riviertje) |
B | Baba (vrouw, wijf) Babcia (oma) Babia Gora (= naam van een berg) Babinka Babula (omaatje) Bacitsa Bacowka (= Goraals voor houten hutje) Bacula Baculka Baja Bajka (sprookje) Bala Balbina Baletnica (balletdanseres) Baljuca Bandzia Bania (= Goraals voor een mijn) Banksa (= plaatsnaam) Baronowa (barones) Barwa (kleur, teint) Basetla (dikzak) Basha Basia Bawelna (katoen) Beata Beczka Bela (baal) Belcia Belka Beska Beszka Biala (wit) Bialka (= naam van een plaats en rivier) Bianka Bidula (Goraalse naam) Biedna (arme) Bielica Bila Blanka Bochnia (= naam van een zoutmijn) Boda Bodgana Bogata (rijke) Bogini (godin) Bogna Bohaterka (heldin) Bohgana Bojka Bojoura Bora Borowka (bosbes) Bozena Brachna Bratanica (nicht) Bratowa (schoonzus) Bronya Broszka (broche) Bryjka (= Goraals gerecht) Bryndza (= Goraalse gezouten kaas) Bryza (bries) Brzana (meisjesachtig) Brusznica (rode bosbes) Bucka Buczyna (beuk) Buksa (tros) Bula (Goraals voor wratje) Bundzia (= Goraalse verse kaas) Burza (sneeuwstorm) Byrka (= Goraals voor schaap) Bystra (Goraalse naam, = naam van een berg en vallei) Bystro (scherpte) |
Calus (kus, zoen) Caly (allerliefst) Casimir Ceper Cesarz (keizer) Cezar Chabik Chestar Chivasz Chlop (boer) Chlupac Cicho (zachtjes, zwijgend) Cichy (= naam van een riviertje) Ciemno (somber) Cien (schaduw) Cis (taxus) Ciupac (= Goraals voor iets in stukjes snijden) Cocos Corso Cszutak Cuchas (= Goraalse overjas) Cudny (Goraals voor vreemd) Cudo (wonder) Cwani Cybuch (blaaspijp) Cygan (zigeuner) Cyrek Cyril Cyrus Czachar Czardasz Czarodziej (tovenaar) Czarownik (goochelaar) Czarek Czarli Czarno (zwartig) Czarny (zwart, = naam van een meer) Czcibor Czesc (Hallo) Czeslaw Czort Czujny (waakzaam) Czwarty (vierde) Czysto (zuiver, schoon) |
C | Caya Cebela Ceda Cedra (cedar) Cela (cel) Celinka Cena (prijs, waarde) Cernica (= Goraals voor bramen) Ceszarzowa (keizerin) Cesna Cetina Cetyna (= Goraals voor tak van een naaldboom) Chanda Chlopka (boerin) Chluba (trots) Chmura (wolk) Chustka (hoofddoek) Cicha (stil, = naam van een vallei) Ciocia (tante) Cisa Cisza (stilte) Ciupaga (= Goraalse stok) Cocha Cora Córka (dochter) Cubryna (= naam van een berg) Cucha (ketting, = naam van een korte Goraalse jas) Cudna (prachtige) Cudno (prachtig) Cuha Cyrhla (= Goraals voor open plek in het bos, plaatsnaam) Cytra Czaba Czakra Czana (uitgesproken) Czapka (muts) Czara Czarna (= naam van een grot) Czarodziejka (tovenares) Czarowna (betoverende) Czatra Czerka Czernina (= naam van een Poolse ruine) Czerta Czujna (waakzaam) |
Dariusz Dimitri Dinar Dionizy Diuk Diwis Dobieslaw Dobromierz (beroemd) Dobry (goede) Dodek (held) Dolar Donat Doradca (adviseur) Doran Dorek (geschenk van God) Dormin Dostojnik (eerwaardig) Downy (uitgeslapen) Dowodca (aanvoerder) Dragon Drobny (klein) Droznik (baanwachter) Druid Dudek (= Goraals voor geld, munt) Duch (geest) Dukat (dukaat) Dular (dollar) Dumny (trots, fier) Dunaj Dunajec (= naam van een rivier) Dunajek Duczek Duzo (veel) Duzy (groot) Dworny (hof) Dym (rook) Dymek (ballon) Dywan (tapijt) Dymitr Dyzek Dziadek (opa) Dzielny (dapper, vindingrijk) Dzin (uren) |
D | Dabrówka Dajna Daleka (ver) Daleki (verre, afstand) Dalia Dama (dame) Dana Dania (Denemarken) Danja Danuta Darja Dema Derka (= Goraals kleed/deken) Diablica (spitsmuizen) Dinara Dobra (goede) Dobrochna Dojka (= Goraals voor ooi) Dola (deel, porti) Dolina (dal, vallei) Dolinka (= naam van een vallei) Dolka Dolna (onderkant) Dolusia Doma Donia Donja Donka Dora Dorota Dracena Dratwa (bindgaren) Druczka (= Goraals voor bruidsmeisje) Druya Dujawica (= Goraals voor een gagel) Dukla (= plaatsnaam) Dumka Dumna (trots, fier) Dumno Duna Dunia Dunja Dunka (Deense) Dusza (ziel, psyche) Duszka Dworna (hof) Dymka Dymna (rook) Dymno Dziadula Dziewczyna (meisje) Dziunka |
Edek (bewaker) Edy (= Goraals voor immers, toch) Eiros Elek Eliasz Emilian Erek Eryk Esej Ewi |
E | Edyta Elena Elisza Elka Elwira Elza Elzbieta Emma Epoka Era (tijdperk) Eszi Etna Euzebia Ewa Ewelina |
Fabian Fadrasz Fajny Farkasz Fasiag Fedor Feliks Figasz Filar Filosz Fjodor Flawiusz Flisak Florian Franciszek Franek Fryderyk Furki (= naam van de Goraalse rijtuigen) Furkot (= naam van een berg) |
F | Faga Fajecka Fajka Fajna Fama Fanta Fanyiszka Farsa Faryna Fasa Fata Fela Felka Ferula Figa (vijg) Finezja Fjodora Flicka Folga Fraja Franciszka Franeka Frania Franja Freja Fuga Fuulka |
Gaspar Gazda (= Goraals voor boer) Gazdus (Goraalse naam) Gawril Gerik Gerwazy (strijder) Gibki (lenig) Giewont (= naam van een berg) Gont Goral (Goraal, bewoner van de Tatra) Gorny Gory (gebergte) Grajek Granat (granaat, Skrajny Granat = een berg) Grom (donder) Gromki (diep en sonoor klinkend) Gron (= plaatsnaam, Goraals voor heuveltop) Gronik (Goraalse naam, = naam van een dorpje) Grot Grozny Grzegorz Grzmot (donder) Gwarny (= Goraals voor praatziek) |
G | Gadula (babbelaar, kletser) Gaia Galina Gama Ganima Gapa (onhandig) Gara Garda (keelonsteking) Gawelka (= Goraals voor gelukkig toeval) Gawra Gazdzina (= Goraals voor huisvrouw) Gizela Goja Gonca (bode) Góra (berg) Goralka Goralska Gorczyka Gorna Gorzalka (drank, wodka) Gosha Gracja (gratie) Gran (Goraalse naam, Orla Gran = een berg) Granda Grania Granuszka Grapa (= Goraals voor een berghelling en een plaatsnaam) Gratka (gelukkig toeval) Grazyna Gronia Grota (grot) Grozna Gruszenka Gruszka (peer) Grypa Gubalowka (= naam van een berg) Gunia (Goraalse naam) Gutka Gwara (= Goraals voor dialect) Gwarna (= Goraals voor praatziek) Gwiazda (ster) Gwiazdka (sterretje) |
A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W X Y Z | ||
Hajduk (= deel van een Goraalse dans) Halny (bergafwaardsewind) Hamry (= Goraals voor ijzerwerk) Hardy (trots) Harnas (= Goraalse naam. leider van roversbende) Hawran (= naam van een berg) Heban (ebbenhout) Henryk Herszt (opperhoofd) Heszek Hieronim Hojny (gul) Holleb Hrabia (graaf) Hruby (= Goraals voor rijk, dik) Hultaj (deugniet) Huragan (orkaan) Hyrny (= Goraals voor beroemd, hoogmoedig) |
H | Hadra Hala Halina Halka (onderrok) Halna Hamra (= Goraals voor ijzerwerk) Hanka (Anna) Hanta Harda (trots, fier) Harenda (= Goraals voor lenen, huren) Henka Heniuta Hesia Heska Hojna (gul) Hrabina (gravin) Hruba (= Goraals voor rijk, dik) Huba (naaf, plaatsnaam) Huciska (= naam van een berg) Hulanka (braspartij) Huta (smelting works) Hyrna (= Goraals voor beroemd, hoogmoedig) |
A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W X Y Z | ||
Ibor Idzi (Russisch voor een schild van geitenvel) Igor Ikar Ilian (de zon in het Russisch) Imbir Impuls Inny (iemand anders) Insky (= Goraals voor iemand anders) Intruz (indringer) Iron Isar Iskierek Ivar Iwan Izby (= plaatsnaam) |
I | Iasza Ibora Ida Igraszka Ika Ilijoeska Ilja Ilonka Iluzja (illusie) Ilya Ina Inka Ircha Irena Irina Irka Isa Isabela Isala Isaura Iskierka Iskra (vonk, sprank, vlam) Istra Isza Iva Ivana Ivanka Iwona Izba (= Goraals voor kamer) Izolda |
Jacek Jan Janai Janek Janis Janko Janos Janosz Janosik (Goraalse naam, = Robin Hood van de Tatra) Janusz Jantar Januarius Jarek Jaro Jaromir Jaroslaw Jarosz (vegetariër) Jarzec (= Goraalse benaming voor gerst) Jascha Jaskar Jaskier (ranonkel) Jasko Jaslo Jasmin Jasny (licht, helder) Jawor (= naam van een rivier) Jedno (een, single) Jedrek Jedrick (sterke) Jedrus (sterk) Jego (hem, zijn) Jero Jerzy Jiri Joakim Jonasz Jontek Josip Jouri Jozef Juhas (herdersjongen) Juhaski (= smalle Goraalse riem) Jurand Juray Jurek Juri |
J | Jadzwiga (= een Goraalse haak van hout) Jaga Jagienka Jagda Jagna Jagoda (blauwe bes) Jagodka (besje) Jagusia Jana Janeczka Janika Janina Janka Januszka Jarzebina (lijsterbes) Jasia (handgeld) Jaskolka (slikken) Jasna (licht, helder) Jara Jaworka Jedla Jedyna (het enige) Jelena Jelinka Jelka Jerka Joanka Jodla (= Goraals voor eten) Jolanta Jorda Jorka (schaapje) Joschka Josha (grapjes maken) Jura Jurata Jushka Jutrzenka (dageraad) |
Kacper Kacwin (= plaatsnaam) Kaduk (verbeurdverklaren) Kajtek Kalisz Kamrat (compagnon) Kaprys Karat (karaat) Karol Kasprowy Kawaler (vrijgezel) Kazan Kazimierz Kazimir Kierpce (= Goraalse schoen) Kochanek (minnaar) Kochany (lief, liefste) Kondek Koniec (eind) Konstanty Kostja Kotlik (= Goraals voor een klein potje) Koresz Krasny Krokus (krokus) Król (koning) Krolik (konijn) Krywan (= naam van een berg) Krzysztof Kucio Kudloc Kum (buurman) Kumoter (= Goraalse kleine slee, span, doopvader) Kuzyn (neef) Kwicol (= Goraals voor vogel) Kyril |
K | Kachna Kaja Kalina (sneeuwbalboom) Kalinka Kama Kamilka Kamilla Kania (vlieger) Kapela (kapel, band) Karina Kasia Kasienka Kaszka (griesmeel) Katana (= Goraals voor overjas) Katarzyna Katina Katinka Katja Katjana Katrischa Katya Katrin Kira Kirina Kistka (= onderdeel van de Goraalse klederdracht) Kita Kobieta (vrouw) Kobza (doedelzak) Kochana (lief, liefste) Kochanka (minnares) Kochka (liefje) Koliba (= Goraalse naam voor een lied) Kora (schors) Korona (kroon) Kotwica (anker) Kozia (= naam van een pas en berg) Królowa (koningin) Krystka Krystynka Księżniczka (prinses) Kuma (Goraalse naam) Kumoska (= Goraals voor doopmoeder) Kunegunda Kurniawa (= Goraals voor sneeuwstorm) Kuzyna (nicht) Kyra |
Laban Laskow Laurenty Liptok (Goraalse naam) Litwor Liuz Lobo Lubas Lubasz Lubic (lusten, genieten) Lubomir Lubon Lucjan Ludoslaw Ludwik Lukasz Lupus (wolf) Lutpok |
L | Ladna (mooie) Laika Lalka (pop) Larisa Laska (wandelstok) Lawenda Lawina (lawine) Lechsinka Leidi Leluja (= Goraals ornament van lelies of tulpen) Lena Lenka Lesna Lesnica (= naam van een rivier) Lidia Lila Limba (Goraalse naam, = een type pijnboom) Linka (koord) Lisenka Lotna Luba (= Goraals voor mijl) Lubicka Lucja Lucyna Ludka Ludowa (jurk) Luisa Lusnia |
Maczek (maaltijd) Magik (googelaar) Majestat (hoogheid, majesteit) Major (majoor) Malec Maly (kleine) Maksym Maksymilian Malec (dreumes) Malenki (klein, onbeduidend) Maluszek (praatjesmaker) Mandek Manjek Mano Marcinek Marczalek (maarschalk) Marek Maric Mariusz Maruder (achterblijver) Maury Maurycy Merik Mezny (moedig) Midasz Mietus (= naamgever uit 1595 aan rotsen, plaatsen en valleien) Mikolaj Milas Milosc (liefste) Milosz Miodek (schat, honing) Miron Mis (Goraalse naam, = beer) Mischa Misiek (Goraalse naam) Misiu Mnich (= naam van een berg) Modry Muran Mytel |
M | Macocha (stiefmoeder) Majka Mala (kleine) Malenka Malgosia Malina (framboos) Malpa (aap) Malwa (stokroos) Manja Marfa Marinka Marionetka (marionet) Marjenka Markiza (markies) Marouscha Maruszyna (= naam van een dorpje) Marzena (droom) Maryna Mascha Maschinka Maselniczka (botervlootje) Matka (moeder) Matylda Mela Melana Melka Miedza Mietusia (= naam van een vallei) Minka Mirza Misia Miska (schotel, schaal) Misza Mitja Mlyniska (= naam van een riviertje) Modra Morela (abrikoos) Morena Morka Morwa (moerbei) Mrozna (Goraalse naam = naam van een grot) Mufka Mylna (= naam van een grot) |
Naboj (patroon mbt wapen) Nabytek (aanwinst) Nadawca (afzender) Napastnik (aanvaller) Narcyz (narcis) Nelek Nestor Nikodem Nisco Nisko (laag) Nosal Nowac Nowak Nowy (nieuwe) Nubir |
N | Nadja Nadya Nadzya Nagroda (beloning) Nalewka Nanja Narta (ski) Nastasja Natalija Nelka Nerita Niania (kindermeisje) Niedzica (= naam van een dorp en kasteel) Nikita Nisza Niznia (= laaggelegen deel van Banksa) Nola Nora Nouscka Noushka Nowa (nieuwe) Nuka Nura (= Goraals voor snuit, mond) Nuta (= Goraals voor melodie) |
Obcy (vreemd) Oczar Oczo Odpady (afval) Odpis (afschrift) Ogromny (enorme) Olek Oles Onufry Oraz Orkan Orlik (= Goraals voor adelaarszoon) Ornak (= naam van een berg) Orso Orzech (noot) Orzel (adelaar) Oscypek (= gerookte Goraalse kaas) Ossip Ostros (Goraalse naam) Ostry (scherp) Owczar (herder) |
O | Obora (= Goraals voor tuin, binnenplaats) Obietnica (belofte) Odra (= naam van een Poolse rivier) Odwaga (moed) Olesia Olcha Olcza (= naam van een dorp) Ora Orawa (= naam van een streek) Orka Orla (Goraals voor van de adelaars, Orla Perc = een berg) Orlica Ostoja Ostra (scherp) Otylia Ozanna Ozwodna (= soort Goraalse dans) |
Patryk Palasz Pasek (riem) Pastuzek (herder) Pavla Pawel Pawelek Pawl Pazdur (= een Goraals houten ornament) Pepi Piekny (mooie, lieve) Pies (hond) Piesek (hondje) Pietrek Piontec Piorun Piotr Pisarz (schrijver) Pjotr Platek (sneeuwvlok) Pockoj (wachter) Pokoj (vrede) Polonez (Pool) Poprad (= naam van een rivier) Potok (riviertje) Potomek (afstammeling) Prozny Przyjaciel (vriend) Puchar (beker, bokaal) Pukac Pysk (snoet, snuit) Pyszny |
P | Pacinka Pancia (Goraalse naam) Pani (mevrouw) Panienka (vrouwtje) Paniusia (dame) Pasja (passie) Pasterka (nachtmis, herderin) Paulina Perelka (pareltje) Perla (parel) Petra Petruschka Piekna (mooie) Piosenka (lied) Pisarka (schrijfster) Platekta (sneeuwvlok) Podlizy (flikvlooien) Podlotka (bakvis) Poduszka (kussen) Pogodna (vrolijke) Pokusa (verleiding) Pola Polana (dal, vallei) Polarna (poolster) Polka (Pools) Polonia Porosha (verse sneeuw) Prawda (waarheid) Priska Pyszna (= naam van een berg) Pyszno (Goraalse naam) |
Rabsic (Goraalse naam) Rabus (rover) Radek Radny (raadsheer) Radosc (vreugde) Radosny Radoslaw Rafal Raj (paradijs) Rajmund Rasputin Ratowac Redyk (= Goraals woord voor schapendrijven) Repcio Rimski Rojnik Roman Romek Rowny Rubin (robijn) Rufin Rukan (vol vertrouwen) Rum Rycerz (ridder) Rysy (= naam van een berg) Ryszard Rzadki (zeldzaam) |
R | Rabka Rachela Radosna Radunia Rafa (rif) Raisa Ramka Rasia Rasine Raycka Rita Roch Rogato Rosa (dauw) Rowna Roslina (plant) Roza (roos) Rozalia Rozeta (rozet) Rozkozna Rozyczka (rode hond) Rozza Rundzia (Goraalse naam) Rusalka Rysa (= naam van een berg) Rzeka (rivier) |
Sacha Sachar Sadów (boomgaard) Samiec (mannetje) Samson Saran Scyry (eerlijke) Sedan Serdok (= Goraalse mouwloze jas van schapenvel) Sergiusz Sergej Sewerin Siuchaj (Goraalse naam) Siumny (= Goraals voor mooi, knap) Skusic (verleiden) Slawny (beroemd) Slicny (knap, mooi) Slodkie (zoet, lieve) Smialek (waaghals) Smok Sokol (valk) Soltys (gemeente secretaris) Spiker (omroeper) Spisz (= naam van een streek) Spocojny (kalm) Stanek Stanislaw Stepko Strazajdasz Straznik (bewaker) Stworca (schepper) Sukan Swarny (= Goraals voor moedig) Swornik (= bergtop in de Tatra) Sylwester Syn (zoon) Synek Sywor (= regio in de Podhale) Szafirek (saffier) Szaflary (= plaatsnaam) Szalas (hut) Szar (grijs) Szarak (haas) Szczepan (kroon) Szermierz (schermer) Szlachcic (edelman) Szmaragd (smaragd) Szofer (chauffeur) Szpieg (spion) Sztorm (storm) Szymek Szynkarz (gever, schenker) |
S | Saba Sabalka Sabinka Sadowa (hof) Samica (wijfje) Sanja Sara Sarah Sasanka (bosanemoon) Selena Siklawa (= naam van een waterval) Siostra (zus, zuster) Sirka Siumna (= Goraals voor mooi, knap) Skala (rots) Skalka (= naam van een rots) Skalna Skorusa (= Goraals voor lijsterbes) Slawna (beroemd) Slodka (zoetje, snoepje, lieve) Sniezka (sneeuwbal) Sniezyca (sneeuwjacht) Sniezyczka (sneeuwklokje) Socha Sonia Sownja Stanka Stenka Stepka Stokrotka (madelief) Strzalka (pijl) Suba Sucha (= naam van een bergpas) Suka (teef) Suki (teefje) Sukienka (jurk) Suma (bedrag, totaal) Sunia (vrouwtje) Susanka Swinica (= naam van een berg) Sylena Sylka Sylwia Szafira (saffier) Szarotka (edelweiss) Szelma Szminka (lippenstift) Sztuka (kunst) |
Tajfun (tyfoon) Tajnik (verbergen) Taniec (dans) Taran Taras (terras) Tarek Tari Taro Tatar (tartaar) Taternik (bergbeklimmer) Tatii Tatosh Tatus (papa) Tchorz (lafaard) Telek Teodor Teos Tokarz (draaier) Tolek (geschenk van God) Toma Tomasz Tomba Tomek Tomislaw Topaz Topielec (drenkeling) Towarzysz (kameraad) Tragarz (drager) Tubil Tulacz (zwerver) Tuman (onbenul) Turlik (= Goraals voor paardenbellen) Tymosz Tytan Tytus |
T | Tajemnika (geheim) Tancerka (danseres) Tarcza (schietschijf) Tasja Tasza Tatiana Tatra (Goraalse naam) Tecza (regenboog) Teczka (map) Tekla Tesia Thirza Tirsza Tisza Toga Tratwa (vlot) Trisza Truskawka (aardbei) Turkawka (tortelduif) Turnia (Goraalse naam, = bergpas) Tzara |
Ubrany (gekleed) Ubyslaw Uciekinier (vluchteling) Uczony (geleerde) Ukasz Ukochany (mannelijke geliefde) Ulan Ulicznik (straatjongen) Unieslaw Unikat Upior (spook) Uplaz (= naam van een berg) Uran Urban Uroczy (fraai, bekoorlijk) Urok (= Goraals voor charme) Urodny (= Goraals voor oogst) Ursus Urwis Ustup (= plaatsnaam, heet nu Zakopianka) |
U | Uciecha (vreugde) Ugoda (overeenkomst) Ukochana (vrouwelijke geliefde) Ula Ulewa (regenbui) Uljana Ulubiona (lieveling) Unia (unie) Urania Urocza (fraai, bekoorlijk) Uroda (schoonheid, charme) Urszula Utopia (utopie) Uwaga (aandacht) |
Vaclav Vadim Valeriusz Vasil Vilczek Vladimir |
V | Valentina Valeska Vanda Vega Venus Veruschka Vitja Vioska |
Wacpan Waldemar Walerian (valeriaan) Waleron Waligóra Walus Wartki (ruw, onstuimig) Wartko (= Goraals voor snel of snelle) Wassili Wesoly (vrolijk) Wasyl Wicher Widok (uitzicht, aanblik) Wielki (groot) Wienczyslaw Wierch (= Goraals voor top) Wierny (gelovige, loyale) Wiersko (Goraalse naam) Wietek Wiktor Wionek (Goraalse naam) Wincenty Witac (welkom) Witraz (geschilderd glas) Wladimir Wnuczek (kleinzoon) Woda (water) Wodan Wojbas Wojciech Wojtek Wolny (onafhankelijk) Wyjazd (vertrek) Wykrot (Goraalse naam) Wyskok (escapade) |
W | Wanda Wanta (= Goraals voor steen, kei) Wantula (Goraalse naam = naam van een bos) Warcula Warta Wartka (ruw, onstuimig) Watra (= Goraals voor vuurplaats) Wereda (= Goraals voor een lelijkerd, sloddervos) Weronika Wesola (vrolijk) Wiecna (= Goraalse melodie) Wielka (groot) Wierna (gelovige) Wiesna Wiga Wioleta Wiosna (lente, voorjaar) Wikta Wiktoria Wilga Wira Wirka Wiselka Wisnia (kers) Wnuczka (kleindochter) Woskowa (beeld) Wrotka Wysnia (= naam van een grot) Wyznia (= hooggelegen deel van Banska) Wyspa (eiland) |
Xanthos Xerxes |
X | Xaraya Xita Xsara |
Yako Yanko Yari Yaro Yoda Youri |
Y | Yachne Yalenka Yanaika Yannai Yanouschka Yasmin Yara Yekatarina Youska Yrina Yuna Yvana |
Zaborky Zagon (inval) Zagraj (spelen) Zakaz (verbod) Zakochany (verliefd) Zamiec (sneeuwstorm) Zarek Zawrat (= naam van een berg) Zboj (rover) Zbojek Zbojnik Ziajok (Goraalse naam) Ziven Zlatan Zlatko Zolnierz (soldaat) Zoltan Zreb Zubow (= plaatsnaam, oude naam van Zab) Zwonek (= Goraals voor gat, doorboord) Zwyrtany (= Goraalse dans) Zygmunt |
Z | Zabajka Zachcianka (verlangen) Zadora Zadra Zadymka (sneeuwjacht) Zakochana (verliefd) Zalotna (flirterig) Zatoka (baai) Zawoja (houtstok) Zawrotka Zbojka (Goraalse naam) Zefiryna Zenovia Zjawa (spook) Zlata Zofia Zoja Zora (= Goraals voor morgenster, Venus) Zornica (= Goraals voor morgenster, Venus) Zorza (morgenrood) Zoya Zsalya Zubrowka (Poolse wodka met grashalm) Zulejka Zuma Zuzanna Zvoruna Zyta Zytka Zytnia (rogge) |