Tatranamen

  • Bent u op zoek naar een naam voor Uw toekomstige Tatra?
    Hieronder een overzicht van namen die ik in de loop van de tijd verzameld heb. Alleen de namen die Goraals, Pools, Slavisch of Oost-Europees van oorsprong zijn, staan hier genoemd of de namen die behoorlijk Pools klinken. Ik persoonlijk vind nog steeds dat zo’n naam het beste bij ons mooie Poolse ras past. Tevens staan er woorden tussen die letterlijk vertaald zijn vanuit een Goraals of Pools woordenboek. De vertaling staat er tussen haakjes achter. Als u het = teken erbij ziet staan, dan betreft het een bestaand iets, zoals een plaatsnaam, berg of rivier bijvoorbeeld, allen hebben te maken met het Tatragebergte, de Podhale of traditionele Goraalse gebruiken. De Poolse taal kent mannelijke en vrouwelijke woorden, vandaar de keuze voor reuen- of tevennaam.
    Het Poolse alfabet kent ook de letters ć ę ł ń ó ś ź. Omdat de Raad van Beheer deze letters niet opneemt op de stambomen, heb ik ze neergezet als een c e l n o s z. De letters q v x  bestaan officieel niet in hun alfabet. Overigens vinden de Polen het over het algemeen maar vreemd dat wij onze honden mensennamen geven.
    Mist u een naam in het rijtje die er zeker bij hoort? Laat het even weten zodat die ook vermeld kan worden. Weet u een betekenis van een naam, dan zou ik die er ook graag bij vermelden. Uw opmerkingen en suggesties kunt u mailen naar wilma@tatrahond.nl of u kunt een berichtje achterlaten aan de onderzijde van deze pagina.
    Onderstaande lijst is verder o.v.b. van schrijffouten.

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Reuen Teven
    Aaron
    Abel
    Abiks
    Achilles
    Adar
    Adiutant (adjudant)
    Admiral (admiraal)
    Adok
    Adolf
    Ador
    Adwokat (advocaat)
    Afisz (affiche)
    Agat
    Akim
    Akito
    Aktor (acteur)
    Albin
    Aleksander
    Aleksy
    Alexej
    Allegro
    Alwin
    Amant (lover, minnaar)
    Amor (Cupido)
    Anatolij
    Ancimon
    Andor
    Andrej
    Andrzej
    Aniol (engel)
    Aniolek
    Anjo
    Ankus
    Antalek
    Antek
    Antolek
    Antos
    Apis
    Apollo
    Apoloniusz
    Aran
    Arek (ark)
    Ares
    Argo
    Argus
    Aris
    Arkusz (vel van een blad, papier)
    Armandek (soldaat)
    Aron
    Artan
    Artos
    Artur
    Artus
    Artysta (kunstenaar)
    Astor
    Atak (aanval)
    Athos
    Atom
    Atos
    Augustyn
    Aurek
    Aureli
    Azar
    Azor
    A Ada
    Adana
    Adeladja
    Adula
    Afrodyta
    Aga
    Agasha
    Agawa
    Agnieszka
    Aida
    Aika
    Aischa
    Akascha
    Akra
    Aktorka (actrice)
    Alaska
    Albinka
    Aldona
    Alenka
    Alfa
    Alga
    Alida
    Alisa
    Alja
    Alka
    Alonka
    Alpina
    Aluzja
    Alyaszka
    Amanda
    Ambra
    Anastazja
    Anda
    Andaluzja
    Andrejana
    Andruscha
    Ängel
    Angelina
    Ania
    Aniela
    Aniolka (engel)
    Anjuschka
    Anjuta
    Anka
    Aninka
    Anoushka
    Antonina
    Anuszka
    Anuta
    Anyzowka
    Aprikose
    Ara
    Arda
    Arduna
    Arielka
    Arika
    Arisa
    Arka (ark)
    Aronia
    Artystka (artieste)
    Asena
    Asha
    Asja
    Asna
    Astra
    Atena
    Atma
    Ayla
    Aza
    Azalia
    Azja (Azië)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Babiorz
    Baca (= Goraals voor baas van de kudde)
    Bacek
    Baciar (= Goraals voor lanterfanter, rakker)
    Baciu
    Bacocek
    Bacus (Goraalse naam)
    Babacz (onderzoeker)
    Bajtlik (= Goraals voor een zak)
    Bajorcz (Goraalse naam)
    Bacowskie (= brede Goraalse riem)
    Balduc
    Balthazar
    Balusz
    Balwan (sneeuwpop)
    Balwin
    Bandyta (bandiet)
    Banzai
    Baran (ram, mannetjesschaap)
    Bardzo (zeer, van zeer goed bijv.)
    Barek
    Bari
    Barnej
    Baron (baron)
    Bartek
    Bartus
    Basior
    Bausy (= Goraals voor bakkebaarden)
    Bazyli
    Benio
    Beskid (= naam van een gebergte)
    Beztroski (zorgeloos)
    Bialas (witte)
    Bialko (oogwit)
    Bialy (wit)
    Bielas
    Biedny (arme)
    Bielik
    Bielun
    Bilik
    Bjucko
    Blazek
    Blawatek (korenbloem)
    Bobas
    Bobek
    Bodry (voorzitter)
    Bogacz (rijkaard)
    Bogaty (rijke)
    Bogdan
    Bogumil
    Boguslaw
    Bogusz
    Bohater (held)
    Bohuslaw
    Bojar
    Bojtek (jongen)
    Bolek
    Boleslaw
    Bór (naam van een plaats)
    Borek
    Boris
    Borus
    Borys (vreemdeling)
    Boryslaw
    Boski (goddelijk)
    Bozek (afgod)
    Bozydar (geschenk van God)
    Branko
    Brany (brany)
    Brasznik
    Brat (broer)
    Bratanek (neef)
    Bronic (verdedigen)
    Brudas (viezerik, smeerlap)
    Brusek (= Goraals voor een kring kaas of stenen)
    Brytan (kettinghond, dog)
    Bucko (= Goraals voor opschepper)
    Budasz
    Budorz (= Goraals voor timmerman, houthakker)
    Budrys
    Bujac (schommelen, zweven)
    Bujak (schommelstoel)
    Bujok (= Goraals voor vulgair)
    Bundz (= Goraalse verse kaas van de eerste melk)
    Butny (hoogmoedig, trots)
    Bundas (Goraalse naam)
    Burek
    Burmistrz (burgemeester)
    Bystry (= naam van een riviertje)
    B Baba (vrouw, wijf)
    Babcia (oma)
    Babia Gora (= naam van een berg)
    Babinka
    Babula (omaatje)
    Bacitsa
    Bacowka (= Goraals voor houten hutje)
    Bacula
    Baculka
    Baja
    Bajka (sprookje)
    Bala
    Balbina
    Baletnica (balletdanseres)
    Baljuca
    Bandzia
    Bania (= Goraals voor een mijn)
    Banksa (= plaatsnaam)
    Baronowa (barones)
    Barwa (kleur, teint)
    Basetla (dikzak)
    Basha
    Basia
    Bawelna (katoen)
    Beata
    Beczka
    Bela (baal)
    Belcia
    Belka
    Beska
    Beszka
    Biala (wit)
    Bialka (= naam van een plaats en rivier)
    Bianka
    Bidula (Goraalse naam)
    Biedna (arme)
    Bielica
    Bila
    Blanka
    Bochnia (= naam van een zoutmijn)
    Boda
    Bodgana
    Bogata (rijke)
    Bogini (godin)
    Bogna
    Bohaterka (heldin)
    Bohgana
    Bojka
    Bojoura
    Bora
    Borowka (bosbes)
    Bozena
    Brachna
    Bratanica (nicht)
    Bratowa (schoonzus)
    Bronya
    Broszka (broche)
    Bryjka (= Goraals gerecht)
    Bryndza (= Goraalse gezouten kaas)
    Bryza (bries)
    Brzana (meisjesachtig)
    Brusznica (rode bosbes)
    Bucka
    Buczyna (beuk)
    Buksa (tros)
    Bula (Goraals voor wratje)
    Bundzia (= Goraalse verse kaas)
    Burza (sneeuwstorm)
    Byrka (= Goraals voor schaap)
    Bystra (Goraalse naam, = naam van een berg en vallei)
    Bystro (scherpte)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Calus (kus, zoen)
    Caly (allerliefst)
    Casimir
    Ceper
    Cesarz (keizer)
    Cezar
    Chabik
    Chestar
    Chivasz
    Chlop (boer)
    Chlupac
    Cicho (zachtjes, zwijgend)
    Cichy (= naam van een riviertje)
    Ciemno (somber)
    Cien (schaduw)
    Cis (taxus)
    Ciupac (= Goraals voor iets in stukjes snijden)
    Cocos
    Corso
    Cszutak
    Cuchas (= Goraalse overjas)
    Cudny (Goraals voor vreemd)
    Cudo (wonder)
    Cwani
    Cybuch (blaaspijp)
    Cygan (zigeuner)
    Cyrek
    Cyril
    Cyrus
    Czachar
    Czardasz
    Czarodziej (tovenaar)
    Czarownik (goochelaar)
    Czarek
    Czarli
    Czarno (zwartig)
    Czarny (zwart, = naam van een meer)
    Czcibor
    Czesc (Hallo)
    Czeslaw
    Czort
    Czujny (waakzaam)
    Czwarty (vierde)
    Czysto (zuiver, schoon)
    C Caya
    Cebela
    Ceda
    Cedra (cedar)
    Cela (cel)
    Celinka
    Cena (prijs, waarde)
    Cernica (= Goraals voor bramen)
    Ceszarzowa (keizerin)
    Cesna
    Cetina
    Cetyna (= Goraals voor tak van een naaldboom)
    Chanda
    Chlopka (boerin)
    Chluba (trots)
    Chmura (wolk)
    Chustka (hoofddoek)
    Cicha (stil, = naam van een vallei)
    Ciocia (tante)
    Cisa
    Cisza (stilte)
    Ciupaga (= Goraalse stok)
    Cocha
    Cora
    Córka (dochter)
    Cubryna (= naam van een berg)
    Cucha (ketting, = naam van een korte Goraalse jas)
    Cudna (prachtige)
    Cudno (prachtig)
    Cuha
    Cyrhla (= Goraals voor open plek in het bos, plaatsnaam)
    Cytra
    Czaba
    Czakra
    Czana (uitgesproken)
    Czapka (muts)
    Czara
    Czarna (= naam van een grot)
    Czarodziejka (tovenares)
    Czarowna (betoverende)
    Czatra
    Czerka
    Czernina (= naam van een Poolse ruine)
    Czerta
    Czujna (waakzaam)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Dariusz
    Dimitri
    Dinar
    Dionizy
    Diuk
    Diwis
    Dobieslaw
    Dobromierz (beroemd)
    Dobry (goede)
    Dodek (held)
    Dolar
    Donat
    Doradca (adviseur)
    Doran
    Dorek (geschenk van God)
    Dormin
    Dostojnik (eerwaardig)
    Downy (uitgeslapen)
    Dowodca (aanvoerder)
    Dragon
    Drobny (klein)
    Droznik (baanwachter)
    Druid
    Dudek (= Goraals voor geld, munt)
    Duch (geest)
    Dukat (dukaat)
    Dular (dollar)
    Dumny (trots, fier)
    Dunaj
    Dunajec (= naam van een rivier)
    Dunajek
    Duczek
    Duzo (veel)
    Duzy (groot)
    Dworny (hof)
    Dym (rook)
    Dymek (ballon)
    Dywan (tapijt)
    Dymitr
    Dyzek
    Dziadek (opa)
    Dzielny (dapper, vindingrijk)
    Dzin (uren)
    D Dabrówka
    Dajna
    Daleka (ver)
    Daleki (verre, afstand)
    Dalia
    Dama (dame)
    Dana
    Dania (Denemarken)
    Danja
    Danuta
    Darja
    Dema
    Derka (= Goraals kleed/deken)
    Diablica (spitsmuizen)
    Dinara
    Dobra (goede)
    Dobrochna
    Dojka (= Goraals voor ooi)
    Dola (deel, porti)
    Dolina (dal, vallei)
    Dolinka (= naam van een vallei)
    Dolka
    Dolna (onderkant)
    Dolusia
    Doma
    Donia
    Donja
    Donka
    Dora
    Dorota
    Dracena
    Dratwa (bindgaren)
    Druczka (= Goraals voor bruidsmeisje)
    Druya
    Dujawica (= Goraals voor een gagel)
    Dukla (= plaatsnaam)
    Dumka
    Dumna (trots, fier)
    Dumno
    Duna
    Dunia
    Dunja
    Dunka (Deense)
    Dusza (ziel, psyche)
    Duszka
    Dworna (hof)
    Dymka
    Dymna (rook)
    Dymno
    Dziadula
    Dziewczyna (meisje)
    Dziunka

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Edek (bewaker)
    Edy (= Goraals voor immers, toch)
    Eiros
    Elek
    Eliasz
    Emilian
    Erek
    Eryk
    Esej
    Ewi
    E Edyta
    Elena
    Elisza
    Elka
    Elwira
    Elza
    Elzbieta
    Emma
    Epoka
    Era (tijdperk)
    Eszi
    Etna
    Euzebia
    Ewa
    Ewelina

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Fabian
    Fadrasz
    Fajny
    Farkasz
    Fasiag
    Fedor
    Feliks
    Figasz
    Filar
    Filosz
    Fjodor
    Flawiusz
    Flisak
    Florian
    Franciszek
    Franek
    Fryderyk
    Furki (= naam van de Goraalse rijtuigen)
    Furkot (= naam van een berg)
    F Faga
    Fajecka
    Fajka
    Fajna
    Fama
    Fanta
    Fanyiszka
    Farsa
    Faryna
    Fasa
    Fata
    Fela
    Felka
    Ferula
    Figa (vijg)
    Finezja
    Fjodora
    Flicka
    Folga
    Fraja
    Franciszka
    Franeka
    Frania
    Franja
    Freja
    Fuga
    Fuulka

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Gaspar
    Gazda (= Goraals voor boer)
    Gazdus (Goraalse naam)
    Gawril
    Gerik
    Gerwazy (strijder)
    Gibki (lenig)
    Giewont (= naam van een berg)
    Gont
    Goral (Goraal, bewoner van de Tatra)
    Gorny
    Gory (gebergte)
    Grajek
    Granat (granaat, Skrajny Granat = een berg)
    Grom (donder)
    Gromki (diep en sonoor klinkend)
    Gron (= plaatsnaam, Goraals voor heuveltop)
    Gronik (Goraalse naam, = naam van een dorpje)
    Grot
    Grozny
    Grzegorz
    Grzmot (donder)
    Gwarny (= Goraals voor praatziek)
    G Gadula (babbelaar, kletser)
    Gaia
    Galina
    Gama
    Ganima
    Gapa (onhandig)
    Gara
    Garda (keelonsteking)
    Gawelka (= Goraals voor gelukkig toeval)
    Gawra
    Gazdzina (= Goraals voor huisvrouw)
    Gizela
    Goja
    Gonca (bode)
    Góra (berg)
    Goralka
    Goralska
    Gorczyka
    Gorna
    Gorzalka (drank, wodka)
    Gosha
    Gracja (gratie)
    Gran (Goraalse naam, Orla Gran = een berg)
    Granda
    Grania
    Granuszka
    Grapa (= Goraals voor een berghelling en een plaatsnaam)
    Gratka (gelukkig toeval)
    Grazyna
    Gronia
    Grota (grot)
    Grozna
    Gruszenka
    Gruszka (peer)
    Grypa
    Gubalowka (= naam van een berg)
    Gunia (Goraalse naam)
    Gutka
    Gwara (= Goraals voor dialect)
    Gwarna (= Goraals voor praatziek)
    Gwiazda (ster)
    Gwiazdka (sterretje)
    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z
    Hajduk (= deel van een Goraalse dans)
    Halny (bergafwaardsewind)
    Hamry (= Goraals voor ijzerwerk)
    Hardy (trots)
    Harnas (= Goraalse naam. leider van roversbende)
    Hawran (= naam van een berg)
    Heban (ebbenhout)
    Henryk
    Herszt (opperhoofd)
    Heszek
    Hieronim
    Hojny (gul)
    Holleb
    Hrabia (graaf)
    Hruby (= Goraals voor rijk, dik)
    Hultaj (deugniet)
    Huragan (orkaan)
    Hyrny (= Goraals voor beroemd, hoogmoedig)
    H Hadra
    Hala
    Halina
    Halka (onderrok)
    Halna
    Hamra (= Goraals voor ijzerwerk)
    Hanka (Anna)
    Hanta
    Harda (trots, fier)
    Harenda (= Goraals voor lenen, huren)
    Henka
    Heniuta
    Hesia
    Heska
    Hojna (gul)
    Hrabina (gravin)
    Hruba (= Goraals voor rijk, dik)
    Huba (naaf, plaatsnaam)
    Huciska (= naam van een berg)
    Hulanka (braspartij)
    Huta (smelting works)
    Hyrna (= Goraals voor beroemd, hoogmoedig)
    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z
    Ibor
    Idzi (Russisch voor een schild van geitenvel)
    Igor
    Ikar
    Ilian (de zon in het Russisch)
    Imbir
    Impuls
    Inny (iemand anders)
    Insky (= Goraals voor iemand anders)
    Intruz (indringer)
    Iron
    Isar
    Iskierek
    Ivar
    Iwan
    Izby (= plaatsnaam)
    I Iasza
    Ibora
    Ida
    Igraszka
    Ika
    Ilijoeska
    Ilja
    Ilonka
    Iluzja (illusie)
    Ilya
    Ina
    Inka
    Ircha
    Irena
    Irina
    Irka
    Isa
    Isabela
    Isala
    Isaura
    Iskierka
    Iskra (vonk, sprank, vlam)
    Istra
    Isza
    Iva
    Ivana
    Ivanka
    Iwona
    Izba (= Goraals voor kamer)
    Izolda

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Jacek
    Jan
    Janai
    Janek
    Janis
    Janko
    Janos
    Janosz
    Janosik (Goraalse naam, = Robin Hood van de Tatra)
    Janusz
    Jantar
    Januarius
    Jarek
    Jaro
    Jaromir
    Jaroslaw
    Jarosz (vegetariër)
    Jarzec (= Goraalse benaming voor gerst)
    Jascha
    Jaskar
    Jaskier (ranonkel)
    Jasko
    Jaslo
    Jasmin
    Jasny (licht, helder)
    Jawor (= naam van een rivier)
    Jedno (een, single)
    Jedrek
    Jedrick (sterke)
    Jedrus (sterk)
    Jego (hem, zijn)
    Jero
    Jerzy
    Jiri
    Joakim
    Jonasz
    Jontek
    Josip
    Jouri
    Jozef
    Juhas (herdersjongen)
    Juhaski (= smalle Goraalse riem)
    Jurand
    Juray
    Jurek
    Juri
    J Jadzwiga (= een Goraalse haak van hout)
    Jaga
    Jagienka
    Jagda
    Jagna
    Jagoda (blauwe bes)
    Jagodka (besje)
    Jagusia
    Jana
    Janeczka
    Janika
    Janina
    Janka
    Januszka
    Jarzebina (lijsterbes)
    Jasia (handgeld)
    Jaskolka (slikken)
    Jasna (licht, helder)
    Jara
    Jaworka
    Jedla
    Jedyna (het enige)
    Jelena
    Jelinka
    Jelka
    Jerka
    Joanka
    Jodla (= Goraals voor eten)
    Jolanta
    Jorda
    Jorka (schaapje)
    Joschka
    Josha (grapjes maken)
    Jura
    Jurata
    Jushka
    Jutrzenka (dageraad)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Kacper
    Kacwin (= plaatsnaam)
    Kaduk (verbeurdverklaren)
    Kajtek
    Kalisz
    Kamrat (compagnon)
    Kaprys
    Karat (karaat)
    Karol
    Kasprowy
    Kawaler (vrijgezel)
    Kazan
    Kazimierz
    Kazimir
    Kierpce (= Goraalse schoen)
    Kochanek (minnaar)
    Kochany (lief, liefste)
    Kondek
    Koniec (eind)
    Konstanty
    Kostja
    Kotlik (= Goraals voor een klein potje)
    Koresz
    Krasny
    Krokus (krokus)
    Król (koning)
    Krolik (konijn)
    Krywan (= naam van een berg)
    Krzysztof
    Kucio
    Kudloc
    Kum (buurman)
    Kumoter (= Goraalse kleine slee, span, doopvader)
    Kuzyn (neef)
    Kwicol (= Goraals voor vogel)
    Kyril
    K Kachna
    Kaja
    Kalina (sneeuwbalboom)
    Kalinka
    Kama
    Kamilka
    Kamilla
    Kania (vlieger)
    Kapela (kapel, band)
    Karina
    Kasia
    Kasienka
    Kaszka (griesmeel)
    Katana (= Goraals voor overjas)
    Katarzyna
    Katina
    Katinka
    Katja
    Katjana
    Katrischa
    Katya
    Katrin
    Kira
    Kirina
    Kistka (= onderdeel van de Goraalse klederdracht)
    Kita
    Kobieta (vrouw)
    Kobza (doedelzak)
    Kochana (lief, liefste)
    Kochanka (minnares)
    Kochka (liefje)
    Koliba (= Goraalse naam voor een lied)
    Kora (schors)
    Korona (kroon)
    Kotwica (anker)
    Kozia (= naam van een pas en berg)
    Królowa (koningin)
    Krystka
    Krystynka
    Księżniczka (prinses)
    Kuma (Goraalse naam)
    Kumoska (= Goraals voor doopmoeder)
    Kunegunda
    Kurniawa (= Goraals voor sneeuwstorm)
    Kuzyna (nicht)
    Kyra

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Laban
    Laskow
    Laurenty
    Liptok (Goraalse naam)
    Litwor
    Liuz
    Lobo
    Lubas
    Lubasz
    Lubic (lusten, genieten)
    Lubomir
    Lubon
    Lucjan
    Ludoslaw
    Ludwik
    Lukasz
    Lupus (wolf)
    Lutpok
    L Ladna (mooie)
    Laika
    Lalka (pop)
    Larisa
    Laska (wandelstok)
    Lawenda
    Lawina (lawine)
    Lechsinka
    Leidi
    Leluja (= Goraals ornament van lelies of tulpen)
    Lena
    Lenka
    Lesna
    Lesnica (= naam van een rivier)
    Lidia
    Lila
    Limba (Goraalse naam, = een type pijnboom)
    Linka (koord)
    Lisenka
    Lotna
    Luba (= Goraals voor mijl)
    Lubicka
    Lucja
    Lucyna
    Ludka
    Ludowa (jurk)
    Luisa
    Lusnia

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Maczek (maaltijd)
    Magik (googelaar)
    Majestat (hoogheid, majesteit)
    Major (majoor)
    Malec
    Maly (kleine)
    Maksym
    Maksymilian
    Malec (dreumes)
    Malenki (klein, onbeduidend)
    Maluszek (praatjesmaker)
    Mandek
    Manjek
    Mano
    Marcinek
    Marczalek (maarschalk)
    Marek
    Maric
    Mariusz
    Maruder (achterblijver)
    Maury
    Maurycy
    Merik
    Mezny (moedig)
    Midasz
    Mietus (= naamgever uit 1595 aan rotsen, plaatsen en valleien)
    Mikolaj
    Milas
    Milosc (liefste)
    Milosz
    Miodek (schat, honing)
    Miron
    Mis (Goraalse naam, = beer)
    Mischa
    Misiek (Goraalse naam)
    Misiu
    Mnich (= naam van een berg)
    Modry
    Muran
    Mytel
    M Macocha (stiefmoeder)
    Majka
    Mala (kleine)
    Malenka
    Malgosia
    Malina (framboos)
    Malpa (aap)
    Malwa (stokroos)
    Manja
    Marfa
    Marinka
    Marionetka (marionet)
    Marjenka
    Markiza (markies)
    Marouscha
    Maruszyna (= naam van een dorpje)
    Marzena (droom)
    Maryna
    Mascha
    Maschinka
    Maselniczka (botervlootje)
    Matka (moeder)
    Matylda
    Mela
    Melana
    Melka
    Miedza
    Mietusia (= naam van een vallei)
    Minka
    Mirza
    Misia
    Miska (schotel, schaal)
    Misza
    Mitja
    Mlyniska (= naam van een riviertje)
    Modra
    Morela (abrikoos)
    Morena
    Morka
    Morwa (moerbei)
    Mrozna (Goraalse naam = naam van een grot)
    Mufka
    Mylna (= naam van een grot)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Naboj (patroon mbt wapen)
    Nabytek (aanwinst)
    Nadawca (afzender)
    Napastnik (aanvaller)
    Narcyz (narcis)
    Nelek
    Nestor
    Nikodem
    Nisco
    Nisko (laag)
    Nosal
    Nowac
    Nowak
    Nowy (nieuwe)
    Nubir
    N Nadja
    Nadya
    Nadzya
    Nagroda (beloning)
    Nalewka
    Nanja
    Narta (ski)
    Nastasja
    Natalija
    Nelka
    Nerita
    Niania (kindermeisje)
    Niedzica (= naam van een dorp en kasteel)
    Nikita
    Nisza
    Niznia (= laaggelegen deel van Banksa)
    Nola
    Nora
    Nouscka
    Noushka
    Nowa (nieuwe)
    Nuka
    Nura (= Goraals voor snuit, mond)
    Nuta (= Goraals voor melodie)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Obcy (vreemd)
    Oczar
    Oczo
    Odpady (afval)
    Odpis (afschrift)
    Ogromny (enorme)
    Olek
    Oles
    Onufry
    Oraz
    Orkan
    Orlik (= Goraals voor adelaarszoon)
    Ornak (= naam van een berg)
    Orso
    Orzech (noot)
    Orzel (adelaar)
    Oscypek (= gerookte Goraalse kaas)
    Ossip
    Ostros (Goraalse naam)
    Ostry (scherp)
    Owczar (herder)
    O Obora (= Goraals voor tuin, binnenplaats)
    Obietnica (belofte)
    Odra (= naam van een Poolse rivier)
    Odwaga (moed)
    Olesia
    Olcha
    Olcza (= naam van een dorp)
    Ora
    Orawa (= naam van een streek)
    Orka
    Orla (Goraals voor van de adelaars, Orla Perc = een berg)
    Orlica
    Ostoja
    Ostra (scherp)
    Otylia
    Ozanna
    Ozwodna (= soort Goraalse dans)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Patryk
    Palasz
    Pasek (riem)
    Pastuzek (herder)
    Pavla
    Pawel
    Pawelek
    Pawl
    Pazdur (= een Goraals houten ornament)
    Pepi
    Piekny (mooie, lieve)
    Pies (hond)
    Piesek (hondje)
    Pietrek
    Piontec
    Piorun
    Piotr
    Pisarz (schrijver)
    Pjotr
    Platek (sneeuwvlok)
    Pockoj (wachter)
    Pokoj (vrede)
    Polonez (Pool)
    Poprad (= naam van een rivier)
    Potok (riviertje)
    Potomek (afstammeling)
    Prozny
    Przyjaciel (vriend)
    Puchar (beker, bokaal)
    Pukac
    Pysk (snoet, snuit)
    Pyszny
    P Pacinka
    Pancia (Goraalse naam)
    Pani (mevrouw)
    Panienka (vrouwtje)
    Paniusia (dame)
    Pasja (passie)
    Pasterka (nachtmis, herderin)
    Paulina
    Perelka (pareltje)
    Perla (parel)
    Petra
    Petruschka
    Piekna (mooie)
    Piosenka (lied)
    Pisarka (schrijfster)
    Platekta (sneeuwvlok)
    Podlizy (flikvlooien)
    Podlotka (bakvis)
    Poduszka (kussen)
    Pogodna (vrolijke)
    Pokusa (verleiding)
    Pola
    Polana (dal, vallei)
    Polarna (poolster)
    Polka (Pools)
    Polonia
    Porosha (verse sneeuw)
    Prawda (waarheid)
    Priska
    Pyszna (= naam van een berg)
    Pyszno (Goraalse naam)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Rabsic (Goraalse naam)
    Rabus (rover)
    Radek
    Radny (raadsheer)
    Radosc (vreugde)
    Radosny
    Radoslaw
    Rafal
    Raj (paradijs)
    Rajmund
    Rasputin
    Ratowac
    Redyk (= Goraals woord voor schapendrijven)
    Repcio
    Rimski
    Rojnik
    Roman
    Romek
    Rowny
    Rubin (robijn)
    Rufin
    Rukan (vol vertrouwen)
    Rum
    Rycerz (ridder)
    Rysy (= naam van een berg)
    Ryszard
    Rzadki (zeldzaam)
    R Rabka
    Rachela
    Radosna
    Radunia
    Rafa (rif)
    Raisa
    Ramka
    Rasia
    Rasine
    Raycka
    Rita
    Roch
    Rogato
    Rosa (dauw)
    Rowna
    Roslina (plant)
    Roza (roos)
    Rozalia
    Rozeta (rozet)
    Rozkozna
    Rozyczka (rode hond)
    Rozza
    Rundzia (Goraalse naam)
    Rusalka
    Rysa (= naam van een berg)
    Rzeka (rivier)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Sacha
    Sachar
    Sadów (boomgaard)
    Samiec (mannetje)
    Samson
    Saran
    Scyry (eerlijke)
    Sedan
    Serdok (= Goraalse mouwloze jas van schapenvel)
    Sergiusz
    Sergej
    Sewerin
    Siuchaj (Goraalse naam)
    Siumny (= Goraals voor mooi, knap)
    Skusic (verleiden)
    Slawny (beroemd)
    Slicny (knap, mooi)
    Slodkie (zoet, lieve)
    Smialek (waaghals)
    Smok
    Sokol (valk)
    Soltys (gemeente secretaris)
    Spiker (omroeper)
    Spisz (= naam van een streek)
    Spocojny (kalm)
    Stanek
    Stanislaw
    Stepko
    Strazajdasz
    Straznik (bewaker)
    Stworca (schepper)
    Sukan
    Swarny (= Goraals voor moedig)
    Swornik (= bergtop in de Tatra)
    Sylwester
    Syn (zoon)
    Synek
    Sywor (= regio in de Podhale)
    Szafirek (saffier)
    Szaflary (= plaatsnaam)
    Szalas (hut)
    Szar (grijs)
    Szarak (haas)
    Szczepan (kroon)
    Szermierz (schermer)
    Szlachcic (edelman)
    Szmaragd (smaragd)
    Szofer (chauffeur)
    Szpieg (spion)
    Sztorm (storm)
    Szymek
    Szynkarz (gever, schenker)
    S Saba
    Sabalka
    Sabinka
    Sadowa (hof)
    Samica (wijfje)
    Sanja
    Sara
    Sarah
    Sasanka (bosanemoon)
    Selena
    Siklawa (= naam van een waterval)
    Siostra (zus, zuster)
    Sirka
    Siumna (= Goraals voor mooi, knap)
    Skala (rots)
    Skalka (= naam van een rots)
    Skalna
    Skorusa (= Goraals voor lijsterbes)
    Slawna (beroemd)
    Slodka (zoetje, snoepje, lieve)
    Sniezka (sneeuwbal)
    Sniezyca (sneeuwjacht)
    Sniezyczka (sneeuwklokje)
    Socha
    Sonia
    Sownja
    Stanka
    Stenka
    Stepka
    Stokrotka (madelief)
    Strzalka (pijl)
    Suba
    Sucha (= naam van een bergpas)
    Suka (teef)
    Suki (teefje)
    Sukienka (jurk)
    Suma (bedrag, totaal)
    Sunia (vrouwtje)
    Susanka
    Swinica (= naam van een berg)
    Sylena
    Sylka
    Sylwia
    Szafira (saffier)
    Szarotka (edelweiss)
    Szelma
    Szminka (lippenstift)
    Sztuka (kunst)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Tajfun (tyfoon)
    Tajnik (verbergen)
    Taniec (dans)
    Taran
    Taras (terras)
    Tarek
    Tari
    Taro
    Tatar (tartaar)
    Taternik (bergbeklimmer)
    Tatii
    Tatosh
    Tatus (papa)
    Tchorz (lafaard)
    Telek
    Teodor
    Teos
    Tokarz (draaier)
    Tolek (geschenk van God)
    Toma
    Tomasz
    Tomba
    Tomek
    Tomislaw
    Topaz
    Topielec (drenkeling)
    Towarzysz (kameraad)
    Tragarz (drager)
    Tubil
    Tulacz (zwerver)
    Tuman (onbenul)
    Turlik (= Goraals voor paardenbellen)
    Tymosz
    Tytan
    Tytus
    T Tajemnika (geheim)
    Tancerka (danseres)
    Tarcza (schietschijf)
    Tasja
    Tasza
    Tatiana
    Tatra (Goraalse naam)
    Tecza (regenboog)
    Teczka (map)
    Tekla
    Tesia
    Thirza
    Tirsza
    Tisza
    Toga
    Tratwa (vlot)
    Trisza
    Truskawka (aardbei)
    Turkawka (tortelduif)
    Turnia (Goraalse naam, = bergpas)
    Tzara

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Ubrany (gekleed)
    Ubyslaw
    Uciekinier (vluchteling)
    Uczony (geleerde)
    Ukasz
    Ukochany (mannelijke geliefde)
    Ulan
    Ulicznik (straatjongen)
    Unieslaw
    Unikat
    Upior (spook)
    Uplaz (= naam van een berg)
    Uran
    Urban
    Uroczy (fraai, bekoorlijk)
    Urok (= Goraals voor charme)
    Urodny (= Goraals voor oogst)
    Ursus
    Urwis
    Ustup (= plaatsnaam, heet nu Zakopianka)
    U Uciecha (vreugde)
    Ugoda (overeenkomst)
    Ukochana (vrouwelijke geliefde)
    Ula
    Ulewa (regenbui)
    Uljana
    Ulubiona (lieveling)
    Unia (unie)
    Urania
    Urocza (fraai, bekoorlijk)
    Uroda (schoonheid, charme)
    Urszula
    Utopia (utopie)
    Uwaga (aandacht)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Vaclav
    Vadim
    Valeriusz
    Vasil
    Vilczek
    Vladimir
    V Valentina
    Valeska
    Vanda
    Vega
    Venus
    Veruschka
    Vitja
    Vioska

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Wacpan
    Waldemar
    Walerian (valeriaan)
    Waleron
    Waligóra
    Walus
    Wartki (ruw, onstuimig)
    Wartko (= Goraals voor snel of snelle)
    Wassili
    Wesoly (vrolijk)
    Wasyl
    Wicher
    Widok (uitzicht, aanblik)
    Wielki (groot)
    Wienczyslaw
    Wierch (= Goraals voor top)
    Wierny (gelovige, loyale)
    Wiersko (Goraalse naam)
    Wietek
    Wiktor
    Wionek (Goraalse naam)
    Wincenty
    Witac (welkom)
    Witraz (geschilderd glas)
    Wladimir
    Wnuczek (kleinzoon)
    Woda (water)
    Wodan
    Wojbas
    Wojciech
    Wojtek
    Wolny (onafhankelijk)
    Wyjazd (vertrek)
    Wykrot (Goraalse naam)
    Wyskok (escapade)
    W Wanda
    Wanta (= Goraals voor steen, kei)
    Wantula (Goraalse naam = naam van een bos)
    Warcula
    Warta
    Wartka (ruw, onstuimig)
    Watra (= Goraals voor vuurplaats)
    Wereda (= Goraals voor een lelijkerd, sloddervos)
    Weronika
    Wesola (vrolijk)
    Wiecna (= Goraalse melodie)
    Wielka (groot)
    Wierna (gelovige)
    Wiesna
    Wiga
    Wioleta
    Wiosna (lente, voorjaar)
    Wikta
    Wiktoria
    Wilga
    Wira
    Wirka
    Wiselka
    Wisnia (kers)
    Wnuczka (kleindochter)
    Woskowa (beeld)
    Wrotka
    Wysnia (= naam van een grot)
    Wyznia (= hooggelegen deel van Banska)
    Wyspa (eiland)

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Xanthos
    Xerxes
    X Xaraya
    Xita
    Xsara

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Yako
    Yanko
    Yari
    Yaro
    Yoda
    Youri
    Y Yachne
    Yalenka
    Yanaika
    Yannai
    Yanouschka
    Yasmin
    Yara
    Yekatarina
    Youska
    Yrina
    Yuna
    Yvana

    A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

    Zaborky
    Zagon (inval)
    Zagraj (spelen)
    Zakaz (verbod)
    Zakochany (verliefd)
    Zamiec (sneeuwstorm)
    Zarek
    Zawrat (= naam van een berg)
    Zboj (rover)
    Zbojek
    Zbojnik
    Ziajok (Goraalse naam)
    Ziven
    Zlatan
    Zlatko
    Zolnierz (soldaat)
    Zoltan
    Zreb
    Zubow (= plaatsnaam, oude naam van Zab)
    Zwonek (= Goraals voor gat, doorboord)
    Zwyrtany (= Goraalse dans)
    Zygmunt
    Z Zabajka
    Zachcianka (verlangen)
    Zadora
    Zadra
    Zadymka (sneeuwjacht)
    Zakochana (verliefd)
    Zalotna (flirterig)
    Zatoka (baai)
    Zawoja (houtstok)
    Zawrotka
    Zbojka (Goraalse naam)
    Zefiryna
    Zenovia
    Zjawa (spook)
    Zlata
    Zofia
    Zoja
    Zora (= Goraals voor morgenster, Venus)
    Zornica (= Goraals voor morgenster, Venus)
    Zorza (morgenrood)
    Zoya
    Zsalya
    Zubrowka (Poolse wodka met grashalm)
    Zulejka
    Zuma
    Zuzanna
    Zvoruna
    Zyta
    Zytka
    Zytnia (rogge)
error: Content is protected !